Op Prinsjesdag zijn de forfaitaire rendementen voor box 3 voor het jaar 2019 bekend gemaakt:
Vermogen Forfaitair rendement
€ 0 – € 30.360 Vrijgesteld
€ 30.360 – € 102.010 1,94%
€ 102.010 – € 1.020.096 4,45%
Boven € 1.020.096 5,6%
Kritiek box 3 na verandering toch nog actueel
Ook na de verandering van box 3 blijft de kritiek actueel. Een kritiekpunt was dat in 2017 het forfaitair rendement over het spaardeel hoger was dan het werkelijk rendement erop. Dit punt is voor 2018 (gedeeltelijk) ondervangen door het forfaitair rendement voor het spaardeel aan de hand van actuelere cijfers vast te stellen.
Een ander kritiekpunt is de aanname op welke manier belastingplichtigen hun vermogen over sparen en beleggingen hebben verdeeld. Deze verdeling is gebaseerd op gemiddelden uit aangiften inkomstenbelasting van het jaar 2012. Maar individueel kan de verdeling sterk afwijken van deze aanname.
Stel dat een vermogende risicomijdend is en zijn vermogen op een spaarrekening heeft gezet. Deze vermogende betaalt na de wijziging meer box 3-heffing dan ervoor. De belastingdruk in 2017 is 1,62% en vóór 2017 1,2%.
Heffing op basis van werkelijk rendement
Begin van dit jaar heeft de staatssecretaris wel toegezegd om een uitwerking voor een vermogensrendementsheffing op basis van werkelijk rendement te maken. Het kabinet werkt momenteel een voorstel hiervoor uit. Maar dit maakt nog geen deel uit van het pakket Belastingplan 2019 omdat de besluitvorming op dit punt nog niet is afgerond.
Alternatieven voor box 3
Voor een vermogende zijn er alternatieven waarmee het werkelijk rendement wordt belast in plaats van heffing over het forfaitair rendement in box 3. Het vermogen kan worden ondergebracht in een BV of in een open fonds voor gemene rekening. Beide vormen zijn belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting, waarbij over werkelijk behaald rendement belasting betaald wordt. Afhankelijk van de grootte van het vermogen of behaald rendement kan heffing in de vennootschapsbelasting gunstiger zijn dan box 3-heffing.