Minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft vrijdag de Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden in consultatie gebracht. Met het voorstel moet het onderscheid tussen zelfstandigen en werknemers duidelijker worden.
Inzet kabinet
Het kabinet heeft in het voorjaar een breed pakket afspraken gemaakt met de werkgevers- en werknemersorganisaties over de arbeidsmarkt, waaronder de crisisregeling personeelsbehoud en het reguleren van flexwerk. Inmiddels is hier ook met de Tweede Kamer over gesproken. Een onderdeel van het pakket is het herstellen van de balans in het werken met en als zelfstandige(n). Het kabinet is langs drie parallelle lijnen aan het werk.
Op alle drie de lijnen zijn inmiddels stappen genomen. Het wetsvoorstel dat vandaag in consultatie gaat, is onderdeel van de tweede lijn:
- Het creëren van een gelijker speelveld voor contractvormen van werknemers en zelfstandigen.
- Het verduidelijken van de regels over wanneer als werknemer gewerkt wordt en wanneer als zelfstandige gewerkt kan worden.
- Het versterken en verbeteren van de handhaving en in voorbereiding op afschaffen van het handhavingsmoratorium per 1 januari 2025.
Verduidelijken wetgeving
In de wetgeving bepaalt het geheel aan feiten en omstandigheden of werk door een zelfstandige gedaan mag worden of door een werknemer. Deze open wetgeving is met de jaren verder ingevuld door jurisprudentie en levert in sommige gevallen een grote hoeveelheid relevante feiten en omstandigheden op die mogelijk van belang kunnen zijn voor de uitkomst. Het kabinet heeft daarom besloten de wetgeving rond ‘werken in dienst van’ te verduidelijken. Hiervoor is de jurisprudentie bij elkaar gebracht en gevat in een toetsingskader (pagina 49 van de Memorie van toelichting). Dit moet het geheel overzichtelijker en beter hanteerbaar gaan maken. Bedrijven die iemand willen inhuren en werkenden kunnen zich dan op dat toetsingskader richten. Daarbij geven deze hoofdelementen en bijbehorende indicaties niet alleen aan wanneer er sprake is van werknemerschap, maar wegen ook indicaties van ‘eigen rekening en risico’ mee, indicaties van zelfstandigheid. Dit geeft zelfstandigen handvaten om hun werk waar mogelijk vorm te geven binnen de regels. In de Memorie van toelichting zijn negen voorbeeldcasussen te vinden (vanaf pagina 50).
Rechtsvermoeden
Daarnaast wil het kabinet dat er een rechtsvermoeden komt, gebaseerd op een uurtarief. Dit rechtsvermoeden maakt het voor werkenden aan de basis van de arbeidsmarkt makkelijker om een arbeidsovereenkomst te claimen bij de werkgever en indien nodig bij de rechter. Als de werkende een beroep doet op het rechtsvermoeden en aannemelijk maakt dat hij minder betaald krijgt dan het geldende uurtarief (nu 32 euro), is het vervolgens aan de werkgevende om aan te tonen dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst. Het kabinet verwacht dat hier een preventief effect van uit gaat, zodat er al bij het aangaan van een arbeidsrelatie kritischer gekeken wordt of er sprake moet zijn van een arbeidsovereenkomst of dat het werk door een zelfstandige kan worden gedaan.