De fiscale reserve voor de oude dag (hierna: pensioenreserve) komt steeds meer in beeld voor de directeur-grootaandeelhouder (dga) die zijn pensioen in eigen beheer wil houden. Dit blijkt uit de brief van 2 juni jongstleden die staatssecretaris Wiebes aan de Tweede Kamer heeft gezonden. Hij geeft aan dat hij ‘momenteel werkt aan een verdere uitwerking van deze variant’. Voor de dga betekent dit dat zijn pensioen in eigen beheer op korte termijn wellicht op de schop gaat en hij zich moet beraden wat zijn wensen op dit vlak zijn. Volgens de brief zullen er diverse elementen komen die een dga in deze pensioenvariant à la carte kan regelen zoals bijvoorbeeld een nabestaandenvoorziening of een boedelverdeling bij echtscheiding.
Achtergrond

Rond het pensioen in eigen beheer spelen diverse problemen die om een oplossing vragen. In ons bericht van 11 december 2013 hebben we de belangrijkste daarvan op een rij gezet. De fiscale pensioenreserve lijkt de beste papieren te hebben om de problemen het hoofd te kunnen bieden. Een belangrijke kenmerk van deze pensioenvariant is dat de geldmiddelen binnen de bv van de dga beschikbaar blijven, deze oudedagsvoorziening geen onderdeel meer uitmaakt van een arbeidsovereenkomst en buiten de loonheffingssfeer staat.

Nadere details
In de brief van 2 juni geeft de staatssecretaris ook toelichting op de pensioenreserve in bepaalde situaties. Wij noemen hiervan de revisierente en de omzetting van bestaande pensioenaanspraken in eigen beheer.

Revisierente
De revisierente is kort gezegd een soort boeterente ter hoogte van 20% van de waarde van de gevormde pensioenreserve als deze reserve niet wordt gebruikt voor de aankoop van een lijfrente als oudedagsvoorziening van de dga en/of zijn nabestaanden. De revisierente is volgens de brief niet in beeld als met de pensioenreserve geen lijfrente wordt aangekocht in bepaalde situaties. Dit is onder meer het geval als de pensioenreserve in de winst vrijvalt om verliezen van de vennootschap te dekken of bij faillissement van de vennootschap waarin de dga zijn pensioenreserve opbouwt. Verder geeft de staatssecretaris aan dat revisierente kan worden berekend als het niet kunnen aanwenden van de pensioenreserve voor de aankoop van een lijfrente wordt veroorzaakt door eerdere onttrekkingen uit de vennootschap zoals dividenduitkeringen.

Omzetting van bestaande pensioenen in eigen beheer
Het is uitdrukkelijk de bedoeling dat ook bestaande, in eigen beheer opgebouwde pensioenaanspraken kunnen worden opgezet naar de pensioenreserve. Dat betekent in essentie dat de bestaande loonbelastingclaim op de pensioenaanspraken van de dga (en eventueel ook het nabestaandenpensioen) eenmalig worden omgezet in een vennootschapsbelastingclaim en een inkomstenbelastingclaim (vanwege het aanmerkelijk belang van de dga). In de brief benadrukt de staatssecretaris nogmaals dat hij overgangsrecht zal treffen voor om ervoor te zorgen dat bestaande pensioenrechten op een zo soepel mogelijke wijze kunnen worden omgezet in een pensioenreserve.

Tot slot
De staatssecretaris heeft benadrukt dat de pensioenreserve nog op de tekentafel ligt. Veel is momenteel nog onzeker. Niettemin vraagt het pensioen in eigen beheer om oplossingen voor diverse vraagstukken.

Bron: Ministerie van Financiën, 2 juni 2014, nr. DB2014/208M