Het UBO-register zal grote impact hebben voor familiebedrijven en haar grootaandeelhouders, een goede balans tussen privacy en transparantie mist nog. De Minister van Financiën heeft op 26 april 2015 vragen van de Tweede Kamer over het UBO register beantwoord en daarbij toegezegd dat in de zomer 2016 een consultatieronde wordt gehouden over de wetsvoorstellen.
Het primaire doel van de nieuwe Europese richtlijn is om belastingontduiking, financiering van terrorisme en witwassen via brievenbusfirma’s tegen te gaan. De richtlijn heeft echter nadelige gevolgen voor de privacy van familiebedrijven en hun aandeelhouders. Tegelijkertijd is het maar de vraag of het UBO-register daadwerkelijk een waardevolle bijdrage gaat leveren aan het doel.
Wat betekent het UBO-register voor u en uw familiebedrijf?
Op basis van de richtlijn bent u als familiebedrijf verplicht om in een publiek toegankelijk register openheid te geven over welke privé persoon of personen een belang houden van meer dan 25%. Alle privé personen die een belang van meer dan 25% in het bedrijf hebben, moeten namelijk worden geregistreerd in het UBO-register met naam, geboortedatum, nationaliteit en de ‘aard en omvang’ van het belang. Vanaf 26 juni 2017 moet het UBO-register in werking treden.
Eerder informeerden wij u al over de keuze van de regering om het UBO-register in Nederland publiek toegankelijk te maken, zie ook ons PwC Actueel bericht “Regering kiest voor een openbaar UBO-register”. Naar aanleiding van Kamervragen heeft de Minister daar een nadere toelichting op gegeven.
De privacy overwegingen in het UBO-register
Bij de beantwoording van de Kamervragen zijn er drie onderdelen die direct raken aan de privacy van de personen die moeten worden geregistreerd. Allereerst bij de keuze voor een publiek toegankelijk register, vervolgens bij de (privacy)waarborgen en ten slotte bij de publiek beschikbare set persoonlijke gegevens.
Waarom een publiek UBO-register en niet besloten?
De groep die bij een besloten register toegang zou krijgen is zo groot, dat er relatief weinig verschil is met een publiek register. Wat wel veel verschil maakt volgens de Minister zijn de administratieve lasten, die zijn bij een besloten register vele malen groter. Dat komt omdat bij een besloten register een afweging moet worden gemaakt of degenen die toegang vragen daadwerkelijk een legitiem belang hebben. Over de privacy gevoelige gegevens die daarmee breder beschikbaar komen wordt aangegeven dat die worden beschermd door de vier (privacy)waarborgen.
Vier (privacy)waarborgen in het UBO-register
1) Iedere gebruiker wordt geregistreerd. Daarvoor zal dezelfde registratie worden toegepast als nu voor toegang tot het Handelsregister. Dan gaat het om registratie van een gebruikersaccount. Als iemand een gebruikersaccount van een bedrijf gebruikt, is er dus nog steeds geen informatie over welke privé persoon de gegevens opvraagt.
2) Er wordt een vergoeding gevraagd voor inzage. De richtlijn waar het UBO-register op is gebaseerd schrijft voor dat enkel de administratieve kosten in rekening mogen worden gebracht. Er moet dus een administratieve vergoeding worden betaald voor toegang.
3) Derden (andere dan specifiek aangewezen autoriteiten) krijgen alleen toegang tot een beperkt aantal gegevens. Die gegevens omvatten o.a. naam, geboortedatum en omvang van het belang.
4) In uitzonderlijke omstandigheden en per geval wordt bij blootstelling van de UBO aan een risico op fraude, ontvoering, chantage geweld of intimidatie of bij minderjarigheid of handelingsonbekwaamheid, een nauwkeurige beoordeling gemaakt van deze risico’s en wordt bezien of (bepaalde) UBO-informatie zou moeten worden afgeschermd. Wel de meest harde waarborg, maar het is de vraag of op voorhand een dergelijk risico voldoende aannemelijk kan worden gemaakt.
Sanctie op niet aanleveren UBO-gegevens
De sanctie op niet het aanleveren van UBO-gegevens door uw familiebedrijf zal dezelfde sanctie worden die staat op het niet voldoen aan de huidige registratieverplichtingen voor het Handelsregister.
Risico op ontwijking van het UBO-register
In de media zijn op voorhand (agressieve trust) structuren gesuggereerd om de registratieverplichtingen van het UBO-register te ontduiken. Hoewel het doel van deze structuren geenszins is gericht op ontduiking of ontwijking van belastingheffing, is er direct door de Minister duidelijk gemaakt dat hierop gereageerd gaat worden.
Echter, het is ook voor te stellen dat een grootaandeelhouder vanuit privacy overwegingen buiten de publieke arena wil blijven. Een grootaandeelhouder kan zich dus genoodzaakt voelen een dergelijke kunstgreep uit te halen. Door het volledig openbaar maken van het UBO-register kan het daarmee gebeuren dat het doel waarvoor het UBO-register wordt ingevoerd juist niet wordt gehaald.
Voortgang UBO-register
De Minister heeft in zijn reactie aan de Tweede Kamer aangegeven dat we deze zomer een consultatie kunnen verwachten van de wetsvoorstellen waarmee het UBO-register wordt ingevoerd. Wij houden dit uiteraard scherp voor u in de gaten.
Daarnaast werken wij op dit moment aan een vervolg op onze eerdere publicatie “Op zoek naar de balans tussen transparantie en privacy”, waarbij we kijken hoe het implementatieproces van de UBO-registers in een aantal andere EU-lidstaten verloopt. Ook kijken we hoe vanuit een land buiten Europa, de Verenigde Staten, tegen het UBO-register wordt aangekeken.
Contact over het UBO-register
Neem voor vragen contact op met uw adviseur.
Bron: “Kamerbrief betreffende beantwoording Kamervragen over UBO-register”, kenmerk: 2016-0000042290.