Werkgevers die de combinatie van leren en werken bieden aan bepaalde groepen leerlingen of werknemers kunnen aanspraak maken op een tegemoetkoming in de kosten. De regeling heeft tot doel werkgevers te stimuleren tot het bieden van dergelijke plaatsen. De combinatie tussen leren en werken moet bijdragen aan een adequate opleiding van de beroepsbevolking.
De subsidieregeling is gericht op groepen in een kwetsbare positie, bijvoorbeeld vanwege een hoge jeugdwerkloosheid. Maar ook op sectoren waarin krapte op de arbeidsmarkt wordt voorzien en op wetenschappelijk personeel dat onmisbaar is voor de Nederlandse kenniseconomie.

Doelgroep
Werkgevers kunnen een tegemoetkoming krijgen voor de kosten die samenhangen met het bieden van de combinatie van leren en werken. Het gaat om de kosten van de begeleiding of de loonkosten.
Toepassing Werkgevers komen in aanmerking voor de subsidieregeling bij de begeleiding van de volgende groepen:
• leerlingen die een vmbo leer-werktraject volgen;
• leerlingen die de mbo beroepsbegeleidende leerweg (bbl) volgen;
• studenten die een hbo-opleiding volgen in de techniek (inclusief landbouw en natuurlijke omgeving), waarbij de combinatie van leren en werken onderdeel uitmaakt van de opleiding;
• promovendi die tijdelijk zijn aangesteld of een arbeidsovereenkomst hebben bij een universiteit of een instituut van de KNAW of NWO waarbij de werkgever de loonkosten draagt; en
• werknemers van een privaatrechtelijke rechtspersoon die promotieonderzoek doen of een opleiding tot technologisch ontwerper (toio) volgen. De subsidie voor promovendi en toio’s geldt niet voor onderzoeksorganisaties die publieke middelen ontvangen.

Tegemoetkoming
Werkgevers die voldoen aan de voorwaarden maken aanspraak op een tegemoetkoming (subsidie). Deze tegemoetkoming geldt per plaats, de hoogte wordt na afloop van het studiejaar bepaald. Hiervoor wordt het budget dat beschikbaar is naar evenredigheid van het aantal praktijkleer- of werkleerplaatsen binnen de sector verdeeld. Het te ontvangen bedrag per plaats is gemaximeerd op 2.700 euro.

Aanvragen
De subsidie wordt per studiejaar aangevraagd via het digitale formulier bij RVO.nl. Het formulier moet zijn ingediend vóór 17:00 uur op 15 september na het studiejaar waarvoor subsidie wordt gevraagd.

Extra voordeel
• Voor het studiejaar 2013/2014 kan de werkgever gedeeltelijk gebruik maken van de afdrachtvermindering onderwijs én de subsidieregeling praktijkleren. Tot en met 31 december 2014 bestaat mogelijk aanspraak op de afdrachtvermindering. Vanaf 1 januari 2014 kan de subsidie worden aangevraagd.
• Ter stimulering van de nieuwe regeling kan in de eerste aanvraagronde voor het studiejaar dat eindigt op 31 juli 2014 (vmbo en mbo) of 31 augustus 2014 evenveel subsidie worden ontvangen als voor een geheel studiejaar.
Opleidingsbedrijven kunnen tussen 1 april 2014 en 1 mei om 17:00 uur 2014 al een subsidieaanvraag indienen voor de eerste drie maanden in 2014. Op basis van die aanvraag kunnen zij maximaal 1.000 euro per plaats ontvangen. Het al ontvangen bedrag wordt verrekend bij de reguliere subsidieaanvraag in september.