Op 11 april 2013 is het Sociaal Akkoord gesloten tussen werkgevers en werknemers. Hieronder geven wij een overzicht van enkele maatregelen. Het is nog niet definitief dat deze door zullen gaan. Besluitvorming moet nog volgen.

Pensioen

•Vanaf 2015 kan boven een inkomen van € 100.000 niet langer fiscaal gefaciliteerd pensioen worden opgebouwd;

•Dit geldt zowel voor pensioenopbouw in de tweede pijler (werknemerspensioen) als derde pijler (lijfrente);

•Het maximale opbouwpercentage voor nieuwe pensioenopbouw wordt per 2015 verlaagd met 0,4%;

•De sociale partners hebben tot 1 juni 2013 de gelegenheid een alternatief voor of aanvulling op bovenstaande maatregelen uit te werken;

•De overbruggingsregeling AOW, die gaat gelden voor personen die op 1 januari 2013 reeds deelnemen aan een VUT- en prepensioenregeling of een vergelijkbare regeling en zich niet hebben kunnen voorbereiden op de AOW-leeftijdsverhoging, wordt verruimd naar deelnemers met een inkomen tot 200% WML voor alleenstaanden en 300% WML voor paren. De regeling werkt terug tot 1-1-2013.

Commentaar: Pensioenregelingen zullen in lijn moeten worden gebracht met deze wetgeving. Tevens zal moeten worden onderzocht welke rol de eventuele alternatieve regelingen kunnen gaan spelen.

 

Vergoeding ontslag (transitievergoeding)

•Bij één of meer dienstverbanden van in totaal twee jaar of langer (tijdelijke en vaste contracten) betaalt de werkgever bij ontslag een transitievergoeding met een maximum van € 75.000, of een jaarsalaris als dat hoger is. De opbouw van de transitievergoeding bedraagt 1/3 van het maandsalaris per dienstjaar over de eerste tien dienstjaren en vanaf de jaren na het 10e dienstjaar ½ maandsalaris per dienstjaar;

•Voor werknemers van 50+ geldt tot 2020 overgangsrecht waarbij de transitievergoeding voor 50-plussers met tien dienstjaren wordt gesteld op één maand per dienstjaar boven de 50, met een uitzondering voor MKB-bedrijven met minder dan 25 werknemers (nader uit te werken tussen sociale partners). Sociale partners werken dit verder uit in overleg met het kabinet; In geval van ernstige verwijtbaarheid van de werknemer aan het ontslag is de werkgever geen transitievergoeding verschuldigd;

•In geval van ernstige verwijtbaarheid van de werkgever aan het ontslag kan de kantonrechter naast de transitievergoeding een aanvullende vergoeding toekennen;

•De criteria voor ernstige verwijtbaarheid zullen verder worden uitgewerkt.

WW

•De opbouw van de WW wordt aangepast naar één maand per dienstjaar in de eerste tien arbeidsjaren en ½ maand per dienstjaar in de jaren daarna. Reeds opgebouwd arbeidsverleden tot 2016 wordt gerespecteerd. Elk jaar arbeidsverleden voor 2016 geeft recht op één maand WW;

•De maximale duur van de (publiek gefinancierde) WW wordt vanaf 2016 stapje voor stapje – met één maand per kwartaal –  teruggebracht, zodat de WW vanaf 2019 werkelijk maximaal twee jaar wordt uitgekeerd door de overheid;

•Als werkgevers en werknemers ervoor kiezen per CAO aanvullende WW af te spreken, zal minister Asscher dat ook mogelijk  maken;

•Werkgevers en werknemers krijgen hiermee meer regie over de WW, waarbij  zij ieder de helft van de premies van het publiek gefinancierde deel van de WW voor hun rekening nemen.

Commentaar: Deze maatregel maakt een inbreuk op de uniformering van het loonbegrip (er van uitgaande dat het werknemersdeel van de premie aftrekbaar is (en er dus geen dubbele heffing plaats vindt).

 

Loonkostensubsidies en meer mensen aan het werk

•Het bedrijfsleven gaat volgend jaar 2500 mensen met een arbeidsbeperking extra aan het werk helpen. Het jaar daarop 5000 mensen extra. Dat aantal neemt daarna jaarlijks met 1000 toe, tot er vanaf 2020 jaarlijks 10.000 mensen extra worden aangenomen. De werkgevers hebben zich bereid verklaard hieraan mee te werken en  100.000 mensen met een arbeidsbeperking aan het werk te helpen;

•De overheid helpt 25.000 mensen extra aan het werk. Om te beginnen met 2500 in 2014;

•Als die jaarlijks aantallen niet worden gehaald, zal er gebruik worden gemaakt van een quotumregeling die de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid als stok achter de deur handhaaft;

•Er komen 35 regionale Werkbedrijven die zorgen dat mensen met een arbeidsbeperking bij reguliere werkgevers aan het werk gaan. Deze Werkbedrijven – waarin gemeenten en sociale partners samenwerken –  worden de nieuwe schakel tussen werkgevers en mensen met een arbeidsbeperking. De Werkbedrijven zorgen voor begeleiding op de werkplek en bepalen, in samenspraak met de betrokken werkgevers, de loonwaarde van werknemers. Werkgevers betalen de werknemers dan volgens de cao voor hun bedrijf en krijgen het verschil tussen de vastgestelde loonwaarde en het wettelijke minimumloon van de overheid terug, in de vorm van loonkostensubsidie;

•Gemeenten organiseren via de Werkbedrijven beschut werk voor mensen met een arbeidsbeperking die meer ondersteuning nodig hebben dan van een reguliere werkgever mag worden verwacht;

•De Werkbedrijven organiseren vanaf 1 januari 2015  beschut werk voor mensen met een arbeidsbeperking. De Wajong blijft wel bestaan, maar alleen voor jonggehandicapten die nooit zullen kunnen werken.

Aanvullende maatregelen ingetrokken

Het kabinet heeft als reactie op dit Sociaal Akkoord laten weten het aanvullende pakket maatregelen van 4,3 miljard in te trekken. Aanvullende maatregelen worden slechts getroffen als voldoende economische groei achterwege blijft. Dit houdt in dat de volgende maatregelen (vooralsnog) niet doorgaan:

•Vrijwillige nullijn in de zorg

•Geen loonstijging bij de overheid en onderwijs;

•Geen bevriezing van de belastingschijven en heffingskortingen;

•Geen eenmalige voortzetting werkgeversheffing hoge inkomens (16%).